Hoe begin ik met microlearning?

Q&A met Shannon Tipton, de koningin van het microleren.
Met de strijdkreet “Help me, in plaats van mij cursussen te geven!” vanuit de werkplek, kan microlearning ondersteuning eenvoudig worden gecreëerd om mensen te helpen bij alle aspecten van hun werk.
Onlangs had Ger Driessen een gesprek met Shannon Tipton, ook bekend als de ‘koningin van het microleren’. Shannon geeft een korte aanzet over wat microlearning is en hoe het te gebruiken.
Bekijk het interview hier
Shannon is wat je kunt zeggen “de koningin van het microleren”.
Oh wauw! Dank je.
Shannon, jij hanteert een specifieke definitie van microleren. Ik zou dus daarmee willen beginnen en er dan dieper op ingaan. Wat is jouw definitie?
Mijn definitie van microleren is een korte, specifieke stroom van inhoud op maat. Wat dat inhoudt is dat we de inhoud gaan afstemmen op het probleem dat we proberen op te lossen.
Het is dus probleemgericht?
Het is absoluut probleemgericht. Als je aan microleren denkt, geef ik er de voorkeur aan het in de categorie van prestatieondersteuning te plaatsen in plaats van leren, omdat we niet echt iemand microleren. Toch? We willen mensen helpen hun taken naar beste vermogen uit te voeren en microleren helpt hen daarbij.
Ok. Hoe zit het met “op maat”? Want ik hoor vaak “De techniek mag een video van maximaal twee minuten zijn, of zoiets. Maar het lijkt erop dat jij daar een andere mening over hebt.”
Ja. Ja, die heb ik. Dat is waarom ik in mijn definitie specifiek niet zeg hoe lang het moet duren, omdat je moet rekening houden met wat je probeert te doen met de inhoud, met het publiek en met het probleem dat je probeert op te lossen. Soms is dat twee minuten, soms drie. Het kan ook vijf minuten zijn. Ik raad af om naar 10 minuten te gaan, omdat het dan gewoon een trainingsvideo of zoiets is en dat is mooi, maar dat is niet echt kort zoals het hoort te zijn. Ik zou dus zeggen, hou het onder de zeven minuten. Onderzoeken tonen aan dat mensen dan blijven hangen en video’s blijven kijken.
We gebruiken video’s gewoon als voorbeeld. Dat mensen drie minuten lang video’s kijken, als het bijzonder relevant is. Als het echt belangrijk is wat je doet, kijken mensen langer dan zeven of acht minuten, maar dan ben je het wel aan het rekken, dus je moet zeker zijn dat het er echt toe doet.
Ok, dat klinkt logisch. Sommige mensen zeggen dat microleren een langere leercurve heeft, omdat je het in stukjes knipt, zodat ze makkelijker te verwerken zijn. Wat vind jij daarvan?
Nou, ja, dat is wat we gewoonlijk opdelen noemen, toch? Dus we delen inhoud op in kleinere stukken om de cognitieve belasting van mensen te regelen, om ervoor te zorgen dat hun hoofd niet te vol zit. En dat moeten we doen. Microleren is echter niet ‘opgedeeld’ leren, dat is een veelvoorkomende misvatting van het woord.
Wanneer ik het over microleren heb, heb ik het over losstaande delen en dat betekent bijvoorbeeld dat we een video nemen en deze opdelen. We nemen onze video en delen deze op in vier delen van 15 minuten. Als ik nu deel drie ga kijken, moet ik eerst deel een en twee kijken om het te begrijpen, toch? Als we het door middel van microleren doen, zouden we die video pakken en misschien vijf delen eruit pakken, maar elk deel zou een afzonderlijke les zijn, zodat ik niet deel een hoef te kijken om deel twee te begrijpen en ik hoef niet deel twee te kijken om deel drie te begrijpen. Het zijn allemaal losstaande delen.
Dus ze zijn allemaal gericht op één specifieke taak, op één onderwerp?
Ja, dat klopt.
“De andere misvatting wat microleren betreft, is dat het op technologie moet zijn gebaseerd, wat niet per se waar is. Er is een verscheidenheid aan modaliteiten die we kunnen gebruiken.”
Oké. En over modaliteit, want een video is vaak een mooie en voor de handliggende, maar misschien heb jij daar betere ideeën over?
Video is slechts een onderdeel van het geheel. De andere misvatting wat microleren betreft, is dat het op technologie moet zijn gebaseerd, wat niet per se waar is. Er is een verscheidenheid aan modaliteiten die we kunnen gebruiken. Sommige zijn gebaseerd op technologie, bijvoorbeeld opgenomen PowerPoints, opgenomen webinars of audioclips.
Al die dingen zijn geweldige elementen voor microleren, maar dat is een infographic ook. Een infographic is een goede prestatieondersteuningstool en hulp bij microleren, net als onze checklists, beslissingsbomen en kaartjes. Al deze dingen passen bij microleren, dus we hoeven niet hightech te gaan, als we het ook lowtech kunnen houden en daarmee succesvol kunnen zijn.
Ik denk dat het ook afhangt van de specifieke situatie, specifieke context, specifieke taak waarbij de modaliteit het best past in die situatie.
Absoluut. En dat is wat ik precies wat ik bedoel, op maat voor de inhoud. De inhoud moet leidend zijn voor de modaliteit. Denk eens aan of ik je zou vragen of vertellen hoe je je veters strikt. Harry, jij weet niet hoe je je veters strikt, toch? Zou ik het je vertellen, of zou ik het je laten zien? Ik zou het je waarschijnlijk laten zien, omdat dat de beste manier is voor mij om dat stukje informatie met je te delen.
Dat is de manier waarop we naar microleren en inhoudontwikkeling moeten kijken. Als je aan de inhoud denkt, welke boodschap probeer je over te brengen? Wat proberen we mensen te leren? Denk dan na over de modaliteit die er het meest geschikt voor is. Het heeft geen zin om video’s te maken waar mensen niet naar kijken.
Geweldig. Bedankt, Shannon.
Jij ook bedankt, en dank je voor het gesprek.