Het perspectief van Mirjam Neelen op de skills-obsessie
Je voortdurend laten bijscholen en omscholen en steeds nieuwe skills opdoen om bij te blijven in een wereld die continu verandert. Het is tegenwoordig niet meer dan normaal. Hoe kijken deskundigen naar deze ‘skills-obsessie’? En hoe kunnen aanbieders van opleidingen hierop inspelen?
In een serie van vier interviews praat ik met toonaangevende namen uit het veld.
Mirjam Neelen van Novartis vindt dat om- en bijscholing altijd al prioriteit hadden moeten zijn.
“We moeten meer tijd besteden aan het echt oefenen van vaardigheden binnen organisaties.”
Wie is Mirjam Neelen?
• Woont in Dublin, Ierland met haar man Paul, zoons Morris and Frits, en hun twee katten • Opleiding: MSc in Learning Sciences, MA in Psycholinguistics en BA in Speech Therapy • Bedrijf: Novartis (Dublin) • Functie: Head of Global Learning Experience Design & Learning Sciences • Houdt van: schrijven voor haar blog en de gerechten eten die haar man kookt •
Wat zijn volgens jou de belangrijkste redenen waardoor om- en bijscholing nu zoveel aandacht krijgen?
“Ik vraag me af wat we al die jaren hebben gedaan als we niet gefocust waren op om- en bijscholing. Vanuit dat perspectief ben ik erg verrast door alle aandacht die er nu op ligt. Vanuit het perspectief van talentmanagement ben ik minder verrast. Functieomschrijvingen en functierollen kunnen behoorlijk strak en inflexibel zijn en het daardoor moeilijk maken om flexibele loopbaanbewegingen te ondersteunen. Ik denk dat we meer flexibiliteit nodig hebben.
Behoeften kunnen snel veranderen in een organisatie. Je moet snel kunnen identificeren wat de gewenste vaardigheden zijn voor die specifieke behoefte en wie je in huis hebt die daarin kan ondersteunen. Vanuit dat perspectief denk ik dat de focus op vaardigheden logisch is.”
Heeft de coronapandemie hier invloed op gehad?
“Het enige wat ik kan bedenken, is dat er behoefte is aan digitale vaardigheden voor de beroepsbevolking. Binnen bepaalde branches vinden er waarschijnlijk grote veranderingen plaats, denk bijvoorbeeld aan afhaalrestaurants. Ik neem aan dat je daar ineens meer mensen nodig hebt, en dat je een manier moet vinden om mensen snel bij te scholen. Zo zijn er waarschijnlijk meer veranderingen in bepaalde bedrijven.
Ik zit een beetje vast in mijn eigen elite-bubbel voor kenniswerkers, waar mensen al thuis en online werkten. Maar ik denk dat er veel branches zijn waar veel impact en behoefte aan om- en bijscholing is geweest die niemand voor corona zag aankomen.”
Betekent dit dat om- en bijscholing binnen Novartis geen hot topic is op dit moment?
“Oh nee, dat is het zeker wel. We hebben een hele strategie rond het ontwikkelen van skills.”
Dus die strategie was er al voor de coronapandemie en is niet veel veranderd?
“De hele wereldeconomie verandert, dus er zijn ook zeker veranderingen in de farmaceutische industrie. Een heel eenvoudig voorbeeld: marketing- en verkoopmedewerkers waren gewend om zorgverleners in klinieken te bezoeken en dat hield plotseling op. Daardoor moesten ze hun vaardigheden bijschaven om digitaal met klanten om te gaan.
Maar vanuit L&D-perspectief is het altijd hetzelfde: je identificeert behoeften en dan is er een proces om oplossingen te creëren en implementeren. Vanuit dat perspectief is er niet veel veranderd.”
Wat waren de grootste uitdagingen binnen jouw bedrijf die dit onderwerp al vóór corona belangrijk maakten?
“Dat heeft te maken met de snel veranderende behoeften. We moeten een manier vinden om data rond het talent en de vaardigheden die we in huis hebben beter vast te leggen, zodat we beter kunnen inspelen op de veranderende behoeften. Ik denk dat het vanuit leerperspectief een kans is. De focus had altijd al moeten liggen op het helpen van mensen bij het ontwikkelen van vaardigheden.”
Als we het hebben over ‘vaardigheden’, dan bedoelen we vaak ook kennis, gedrag en mindset. Worden deze elementen volgens jou ook meegenomen als het over om- en bijscholing gaat?
“Soms. Meestal voor kenniswerkers, maar ook op andere gebieden.
Als ik het over vaardigheden heb, zou ik het niet erg vinden als we dit gelijkstellen aan taken. Want alleen op die manier komen we op een punt waarop we concreet begrijpen wat die vaardigheid betekent in de context van het werk. En dat betekent voor mij automatisch dat je altijd te maken hebt met een integratie van kennis, vaardigheden en mindset.”
Wat zijn volgens jou de grootste kansen en uitdagingen van deze hype voor leeraanbieders?
“Ik ben daar een beetje sceptisch over. Wat veel aanbieders doen, is hun taal aanpassen in plaats van wat ze doen. Wat ik op dit moment vaak zie, is dat ze veel content creëren rondom skills. Voor mij is dat zo’n klein onderdeel van dit alles. Het heeft weinig te maken met de ontwikkeling van vaardigheden.
Wat wel helpt, is als leeraanbieders meer toepassingsmogelijkheden of praktijkoefeningen in hun leerontwerpen aanbieden. Zoals scenario’s, simulaties, VR en AR, maar ook community’s of oefeningen waar mensen daadwerkelijk samen dingen creëren om hun vaardigheden te ontwikkelen. En er zijn nog tal van andere mogelijkheden, zoals coaching en training.”
Werk je samen met leveranciers om dit in de praktijk te brengen?
“Soms wel. We doen bijvoorbeeld aan adaptief leren, wat zorgt voor kennisbehoud. Het kan ook een rol spelen in een integrale leerervaring. Als het daar onderdeel van is, is het helemaal goed. Het is een ander verhaal als leveranciers zeggen: ‘Laten we de stickers weghalen en ze vervangen door om- en bijscholing en dan weer verkopen’, alleen omdat vaardigheden een hot topic zijn.
We werken ook met VR om standaard bedieningsprocedures te oefenen. Dat gaat dus over vaardigheden. Dingen zoals pipetteren of hoe ze de productlocaties moeten schoonmaken bijvoorbeeld.”
“Er is zoveel te vinden over hoe je effectief kunt ontwerpen voor het leren van vaardigheden. Gebruik het.”
Het komt niet veel voor dat iemand van een bedrijf vraagt om meer tijd te besteden aan het oefenen van vaardigheden, toch?
“Inderdaad en dat is precies wat ik denk dat we nodig hebben. Hoe kunnen we echt focus vinden, bijvoorbeeld focus in waar onze expertise als lerende professional zou moeten zijn. En hoe kunnen we daarna delen van de organisatie vinden die daar klaar voor zijn, erin willen investeren en waar je echt progressie kunt maken? Om vervolgens de impact te meten van wat je aan het ontwerpen bent. Dat is de kans die ik hier zie.”
Welke slechte praktijkvoorbeelden zie jij met betrekking tot de skills-obsessie?
“Dan zou ik weer zeggen: er wel over praten, maar geen actie ondernemen. Dat is wat ik veel zie. Ik zie voorbeelden waar mensen alles ‘vaardigheden’ of ‘skills’ noemen, terwijl ze eigenlijk gewoon ‘leren’ bedoelen. Dat is een belangrijk onderscheid om te blijven maken.
Waar we als L&D in moeten investeren, is het moeilijkere deel: hoe doe je taakanalyse? Hoe doe je een behoefteanalyse? Hoe doe je een cognitieve taakanalyse om te begrijpen wat mensen moeten leren?”
Naar wie verwijs je? De bedrijfskant, leverancierskant of allebei?
“Beide. Wat ik zie, is dat veel mensen binnen organisaties waar ik heb gewerkt het idee hebben dat er geen tijd is om dat soort analyses uit te voeren. De cultuur heerst dat een deel van het bedrijf ergens om vraagt en L&D levert het. Daarom hebben we binnen L&D niet altijd de capaciteit om deze uitdagende gesprekken te voeren en te demonstreren hoe het moet. En leveranciers willen ook gewoon hun spullen verkopen. Ze hebben een commercieel model. Dat is de realiteit.”
Dat klinkt als een onderwerp met meer diepgang. Zolang we dit niet helemaal oplossen, kunnen we praten over om- en bijscholing en nog honderd andere onderwerpen, maar dan blijft het lastig.
“Precies. Ik denk dat we ook moeten nadenken over het beoordelen van vaardigheden. Hoe gaan we anders de vaardigheden meten die mensen hebben? Gaan we ze vragen om het zelf te doen, of proberen we een manier te vinden om hun vaardigheden te maken als ze laten zien dat ze competent zijn? Ik heb geen simpel antwoord op deze vragen. Er is gewoon veel werk aan de winkel.”
Wat is het ergste dat er kan gebeuren in de learning community als gevolg van deze skills-obsessie? Is er iets wat we moeten voorkomen?
“Ik denk het valse gevoel van vooruitgang. Zoals het gebruiken van vaardighedentaal, terwijl we dezelfde dingen blijven doen. Dat vind ik het meest beangstigend. Het is zelfs beter om niet zo’n goed werk af te leveren en je daar bewust van te zijn, dan de juiste taal te spreken en te denken dat je geweldig werk doet, terwijl dat helemaal niet zo is.”
Wat kunnen leeraanbieders en leveranciers nu doen om beter werk te leveren?
“Allereerst: houd het realistisch. Help klanten om te zien wat je aanbiedt, wat het wel en niet kan en hoe het wel en niet kan ondersteunen bij om- en bijscholing. Begrijp de behoeften van klanten echt en help hen te zien waar jouw product zou passen in de context van oplossingen.
Probeer daarnaast creatief te zijn als het gaat om het maken van tijd voor toepassing tijdens het leren. Als we aan technologie denken, zijn er waarschijnlijk tal van oefenmogelijkheden waar we niet eens aan denken, of waar leveranciers niet aan denken. Denk dus na hoe je het naar een hoger niveau kan tillen, rekening houdend met toepassing, oefening en feedback.
En dan is er nog het datagedeelte, de hele vaardigheidsbeoordeling. Hoe herken je vaardigheden in de data van je organisatie? Hoe haal je vaardigheden uit functieomschrijvingen? Het is een interessant onderwerp en niet eenvoudig om als organisatie uit te zoeken.”
Zijn er nog andere dingen die je graag wil benoemen?
“Een ding wat ik nog graag benoem, is dat we vanuit L&D-perspectief niet mogen vergeten dat er onderzoek is rondom vaardigheden en presentaties. Gebruik het en sta op de schouders van reuzen! Doe niet alsof dit nieuw is en je het wiel opnieuw moet uitvinden, want dat is niet zo. Er is zoveel te vinden over hoe je effectief kunt ontwerpen voor het leren van vaardigheden. Gebruik het.”
Wat voor beroep zou je uitoefenen als je niet in dit vakgebied was beland?
“Als kind wilde ik zangeres worden. Het probleem is alleen dat ik niet kan zingen. Op de een of andere manier leek onderzoek doen op het gebied van psychologie en leren me altijd leuk. Ik heb psycholinguïstiek gestudeerd, daar leer je hoe mensen taal in hun hersenen verwerken. Ook heb ik als logopediste gewerkt met kinderen met neurologische aandoeningen. Ik ben er alleen niet van overtuigd dat ik goed zou zijn in onderzoek.”
Welke vaardigheden wil je zelf nog leren?
“Ik wil graag beter worden in data-analyses. En ik wil graag leren mijn gezicht neutraal te houden en altijd hele wijze en bedachtzame dingen te zeggen.”