Haal meer uit jouw blended learning journeys
Enkele weken geleden was ik bij een onderwijsadviesbureau voor hun start met een online leerplatform. Dat is op zichzelf niks bijzonders, net als de strekking van hun verhaal: we willen blended. Dat hoor ik uiteraard wel vaker, want inmiddels is de term in vrijwel iedere organisatie wel eens gevallen. Naast het feit dat de term nog steeds op verschillende manieren begrepen wordt, kan ook de invulling verschillen.
Tijdens dit specifieke overleg bleek dat de invulling vooral neer zou komen op wat voorbereidende opdrachten, een bijeenkomst en wat huiswerk achteraf. Belangrijk was dat er in ieder geval “ergens een stukje online in zit”. Hoewel dit een begrijpelijk uitgangspunt is, zou ik iedereen willen uitdagen om een stapje meer te zetten.
Laten we toewerken naar échte blends, waarbij iedere werkvorm de invulling krijgt die het verdient.
Allereerst de definitie
Zoals ik aangaf, zijn er op verschillende niveaus definities over blended leren te vinden.
In 2014 kwam Bernard met de volgende definitie: “Een mix van klassikale instructie (bijvoorbeeld face-to-face) en online leren buiten het klaslokaal waar het online werk klassikale tijd vervangt”.
Dit sluit mooi aan bij de voorbereiding-meeting-huiswerk, waarbij je klassikale tijd vervangt door online opdrachten. Hierdoor blijft de tijdsinvestering voor deelnemers gelijk en kost het de docent minder tijd.
Om blended leren naar het volgende niveau te tillen, zou ik de volgende definitie willen opperen: “Blended leren is een combinatie van leerinterventies, online en offline, die samen voor de meest effectieve en efficiënte (leer)oplossing zorgen.”
Het grote verschil zit in mijn ogen in het loslaten van de standaard opzet waarbij klassikale tijd vervangen moet worden door online werk. Met leertechnologie heb je tegenwoordig veel meer mogelijkheden om je werkvormen-repertoire uit te breiden. Hierdoor kun je dus nog beter aansluiten bij wat je wil bereiken.
Eén stap terug, twee stappen vooruit
Een training bestaat vaak uit een collectie aan doelen, die ervoor zorgen dat je deelnemers de juiste vaardigheden en/of kennis leren. De manier waarop je deze doelen gaat aanpakken, hangt af van de beste didactische werkvorm om de doelstelling het meest effectief en efficiënt te behalen.
Daarnaast speelt de haalbaarheid en mogelijkheden in de specifieke context een belangrijke rol. Met leertechnologie breid je die mogelijkheden uit en kun je per onderdeel bepalen hoe je het beste tot je doel kunt komen.
Om hiermee te starten is het belangrijk om een stap terug te doen. Mijn advies zou zijn om je training op post-its in kleine stappen uit te schrijven. Waar begin je mee? Wat is de eerste activiteit? Enzovoorts. Daarna kun je iedere activiteit plotten op de juiste werkvorm. Leent de activiteit zich het beste voor online? Offline? Kan de activiteit het beste ondersteund worden met klassikale toelichting, waarna de lerenden zelf aan de slag gaan? Welke online leeractiviteit past het beste op welk moment?
Door jezelf deze vragen te stellen, ga je hopelijk anders kijken naar je training. Daarnaast geeft het je hopelijk inzicht in de rode draad van je training en of alle onderdelen goed op elkaar aansluiten.
Ik daag je uit…
Selecteer één van je trainingen, kijk naar je huidige leertechnologie en ga er een middag voor zitten. Bekijk je huidige opzet, ontleed deze en denk na over het beste middel om je doel te bereiken.
Laat hierbij standaard conventies los; theorie hoeft echt niet altijd via PowerPoint in de klas of vooraf digitaal. Op deze manier gaan we toe naar een optimale toepassing van leertechnologie in combinatie met offline momenten.